55 GIJSBERT KAREL VAN HOGENDORP. zitting nam voor de stad Rotterdam. Op den leeftijd, dien anderen in de kinderkamer plegen door te brengen, schijnt Gijsbert Karei reeds veel in het gezelschap der ouderen te zijn toegelatenzijne moeder heeft hem in zijne jeugd altijd behandeld als iemand boven zijne jaren. Zoo kon het niet missen, of het vroeg denkend en opmerkend brein van den knaap moest geheel den geest in zich opnemen, die den grondtoon vormde in de gesprekken van de gasten in zijns vaders weelderig huis, de toenmalige groote wereldhet standen-exclusivisme in maatschappij en staat gold er als de natuurlijkste zaak der wereld; eene aan het bestaande systeem vijandige theorie vond in die kringen geen ingang. De twëede helft van zijne jeugd, van het n‘ tot het 19- jaar, brengt Hogendorp door aan de cadetten-school te Berlijn, en geen omgeving was zeker geschikter dan dit centrum van het militair-aristocratische Pruisen, om zijne neigingen voor standen-privilege te versterken. Nog in den tegenwoordigen tijd, in de zoo burgerlijk ingerichte maatschappij, heeft de militaire stand zijne afzonderlijke plaats in de ambtenaarswereld beho'uden, hoeveel te meer moest er niet een kasten-geest heerschen in het op voet van oorlog ingerichte absolutistische Pruisen van de 2“- helft der vorige eeuw! Toch kon Hogendorp niet blind blijven voor hetgeen daar omging in die klassen der maatschappij, die stelsel matig van iedere deelneming in het politieke gezag werden buitengesloten, en veelal ook op onbarmhartige wijze door de economische en sociale voorrechten der andere standen werden gedrukt. „Animé de l’esprit militaire”, zooals hijzelf zegt, was zijne ambitie aanvankelijk, een groot generaal te worden; waarschijnlijk vooral onder invloed van zijn ouderen vriend Biester, en van de klassieke en wijsgeerige studiën, waartoe deze hem had

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 65