GIJSBERT KAREL VAN HOGENDORP.
59
zou hem spoedig nog duidelijker leeren,.wat er van die
hooggeroemde vrijheidstheoriëen te wachten was. In 1784
vertrouwt hij nog op het gezonde verstand der groote
menigte na een tijd lang zich door haar gevoel te hebben
laten voortsleepen en geluisterd te hebben naar de taal
van wie haar vleien, zal ze bij het zien van de uitersten,
waartoe ze komt, terugkeeren van hare dwaling en het
bestuur des lands overgeven aan de eene of andere
aristocratie, in bedwang gehouden door een monarch, als
beschermer der volksrechten. In dit vertrouwen werd hij
al een weinig op gevoelige wijze geschokt, toen in April
1787 eerst te Amsterdam, 2 dagen later te Rotterdam,
de democraten, hier patriotten geheeten, in vereeniging
met sommige anti-prinsgezinde aristocraten, met de wapenen
in de hand het stadhuis omsingelden en de afzetting
vorderden van de hoofden der Prinsgezinde aristocraten
uit den raadvoor Hogendorp was dit feit van bijzondere
beteekenis, omdat hij juist door de hulp van deze laatsten
op het punt stond tot pensionaris van Rotterdam te worden
benoemd. Bekend is, hoe hij tot belooning voor zijn ijver
ten behoeve van het herstel van ’s Prinsen gezag in het
zelfde jaar door de Pruissen, deze gewichtige post op
25-jarigen leeftijd toch reeds verwierf. Thans vooral, nu
aan zijn wraakgevoel was voldaan, toonde hij, welk een
juisten blik hij had op de gebeurtenissen om zich heen
terwijl de Revolutiekoorts van Frankrijk ook hierheen
is overgeslagen, en de ontevredenheid onder het volk
voortdurend toeneemt, weet hij zich te plaatsen ver boven
de meeste zijner tijd- en standgenooten. Met alle kracht
de leer der volkssouvereiniteit bestrijdend, wijst hij op
het dreigend gevaar, dat uit de onverzettelijkheid der
regeering tegenover alle eischen der bevolking voort
spruit; tot beide partijen richt hij zijn indrukwekkend,
waarschuwend woord: „Nieuwe wetgevers! maakt eerst