6i GIJSBERT KAREL VAN HOGENDORP. maakten aan onze federatieve Republiek en het Oranjehuis uit het land verdreven, kostten hem tevens zijne eervolle betrekking. Thans begint het somberste tijdperk uit Hogendorp’s leven. De herhaalde teleurstellingen stemmen zijn gemoed steeds bitterder en blijven niet zonder terugwerking op zijne politieke denkbeeldende meer liberale, democra tisch gezinde neigingen van vóór de Omwenteling gaan verloren, nu hij getuige is, wat ellende het beginsel der volkssouvereiniteit over zijn vaderland en zijne partij- genooten brengt. Zijne eerzucht en de trouw aan zijne beginselen voeren in hem een strijd, die hem een groot deel van zijn leven vergalt. In 1796 was zijne schoonmoeder gestorven en had hij op eigen naam haar handelshuis te Amsterdam voort gezet; met ijver gaat hij zich op het bedrijf toeleggen; eerst wil hij zijne handelskennis vermeerderen, en dan „groote zaken” doen; om relaties aan te knoopen en te bevestigen maakt hij eene reis door Duitschland, waarbij hij zijne vreugde erover uitdrukt, dat men hem daar ten minste niet als „burger” aanspreekt; dat „jargon révolu- tionnaire” was hem eene voortdurende ergernis. In 1801 begint hij met zijne groote zaken op nieuwe grondslagen wordt eene uitgebreide kolonisatie aan „De Kaap de Goede Hoop” ondernomen, waarin een aanmerkelijk deel van zijn vermogen verloren gaat. Ondertusschen, al die werk zaamheden voldeden hem niet; vooreerst miste hij dien eigenaardigen „tour d’esprit”, die den handelsman ken merkt; hij zelf gelooft, dat men in de handelswereld zijne manier van denken over ’t algemeen te eerlijk heeft gevonden; dan moest hij om zijn handel veel te Amsterdam zijn, waar hij zich nooit recht gezond gevoelde maar wat hem het meeste hinderde, het was zijne uit sluiting van de regeeringgeen invloed meer te kunnen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 71