Ó2 GIJSBERT KAREL VAN HOGENDORP. uitoefenen daar, waar hij jaren lang elke bijzonderheid, alsof het hem zelf gold, had leeren volgen; zijne carrière afgebroken te zien, die hij zich eens als alleen aan zijne eerzucht en talenten passend, had gekozendoor niemand meer om raad gevraagd te worden, aan niemand ook meer ongevraagd raad te kunnen geven, zijne politieke kennis en tact niet te kunnen benutten; alles ging buiten hem om, en dat nog wel door zijne gezworen vijanden, die niet alleen hem en zijne partij met het geliefde huis Oranje van het kussen hadden gestooten en de Franschen in het land geroepen, toen Robespierre nog zijn schrikbewind voerde, maar bovendien zijn vaderland onvermijdelijk ten verderve brachten. Hij kan het niet uithoudenzij het dan alleen voor zich zelf, hij moet zich met het bestuur van het land bezig houden. Gelijk altijd is het papier de vertrouwde zijner over wegingen: reeds in den zomer van 1795 schrijft hij eene lange Memorie van niet minder dan 58 bladz. druk, hoe bij het herstel van den ouden toestand, waarvan hij zich diets maakt, dat het niet zoo lang meer op zich zal doen wachten, de noodige verbeteringen in de staats inrichting en in den koophandel zijn aan te brengen; hij geeft eene „Missive” uit over het Armwezen, stelt eene „Memorie” op over de Armen-politiede landing van de Engelschen en Russen op den 25 11 Aug. 1799 te Calandsoog verlevendigt nog zijne hoop; hij doet, wat hij kan, om hun behulpzaam te zijnstelt eene nieuwe Memorie op in denzelfden geest als die van 1795, thans in den vorm van eene herziene Unie van Utrecht. Eindelijk in 1801 waagt hij den moedigen stap De vredes- preliminairen van Luneville hadden voor een oogenblik aan Europa rust gegeven en aan ons land en Zwitserland de vrijheid toegekend, zelf de regeering te kiezenhier te lande was eene duidelijke reactie merkbaar, veroorzaakt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 72