63 GIJSBERT KAREL VAN HOGENDORP. door de ontevredenheid over de staatsregeling van 1798 en het schipbreuklijden der democratische beginselen in Frankrijk; Napoleon’s plannen brachten mede, den een- hoofdigen regeeringsvorm in de omliggende staten te steunen en te bevorderen. Thans achtte Hogendorp het oogenblik gunstig, om zijne stem te verheffen ten dienste van het huis Oranjeaan het Staatsbewind, dat zoo juist onder Franschen invloed, gedeeltelijk met geweld, voor het overige door een truc, de nieuwe staatsregeling had weten door te drijven, dient hij zijne bekende „Verklaring over de Staatsregeling” in, waarin hij niet meer of minder verklaart, dan dat hij alle Constitution af keurt, welke niet het Huis van Oranje met de erflijke waardigheid van Hoofd van den Staat bekleeden. Al bleef deze moedige daad zonder gevolg, en bracht ze zelfs Hogendorp’s veiligheid in gevaar, welk gevaar hij, trots de vermaningen van zijn broer Dirk en de beden zijner moeder, niet wilde’ ontvluchten, voor Hogendorp had ze toch deze groote beteekenis, dat ze zijn naam bij velen bekend maakte, en op hem in 1813 de oogen deed richten als den leider van den opstand door een onbekende was zijne Verklaring gedrukt en in duizenden exemplaren verspreid. De ondervonden teleurstelling belet hem niet, het volgend jaar weder alleen voor zichzelf zijne gedachten te laten gaan over de voorwaarden, waaronder eene vereeniging van de partijen in de natie mogelijk zou zijn. Hoe langer hoe meer evenwel verdwijnt elke hoop, ons volk voor geheelen ondergang te behoeden steeds bitterder wordt Hogendorp’s stemming, vooral als zijne onderneming aan De Kaap is mislukt en Lodewijk Napoleon hem de schadevergoeding, waarop hij recht meent te hebben, weigert. Had Hogendorp gewild, zoo had hij vroeger gemakkelijk eene plaats in de regeering kunnen herkrijgen: in het Wetgevend Lichaam waren

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 73