67 GIJSBERT KAREL VAN HOGENDORP. Grondwet voor het aan sommige nader zag hij zijn val. Hij verneemt, dat er velen zijn, die denken als hij, en dat men op hem de oogen heeft gericht, om, als de tijd er is, den verwachten omkeer tot stand te brengen. Arbeidzaam als hij is, begint hij reeds, als Napoleon zich voor den tocht naar Rusland voor bereidt, eene schets te ontwerpen, die als grondwet zal dienen voor het herboren Nederland. Intusschen, in die dagen moest men voorzichtig zijn: de Fransche politie kon ieder oogenblik in huis vallen en zijne papieren doorzoekendaarom zet hij op zijne schets het jaartal 1806, evenals of ze gemaakt was ten behoeve van Lod. Napoleon. „Vermits wij eenen Koning krijgen”, zoo luidt het opschrift, „is het de moeite waardig, eene schets te ontwerpen van eene Koninkrijk Holland.” Deze schets laat hij vrienden lezen, waaronder Falck, tengevolge van wier opmerkingen enkele veranderingen worden aangebracht. Het was toen September 1812. In het tijdperk, dat nu volgt, openbaart zich vooral Hogendorp’s legitimistische geestwat er ging gebeuren, het moest geen revolutie wezen, maar eene herneming van het gezag door hen, die daar recht op hadden. Daarom werd V. d. Duijn een der eerste vertrouwelingenhij was lid geweest der oud-hollandsche ridderschap, terwijl V. Stirum zelfs buiten de politieke bijeenkomsten werd gehouden, alleen omdat hij geen ridder was geweest; hetzelfde lot trof ook Majoor de Jonge. De oude erfelijke regenten, zij waren in Hogendorp’s oogen de eenigen, bevoegd om het gezag in handen te nemen, het eenig vast punt om eene Regeering op te vestigen. Men heeft Hogendorp wel eens verweten, dat hij, in de dagen van November 1813 gebrek aan moed of overdreven voorzichtigheid zou hebben aan den dag gelegd, en meer gedwongen dan uit vrijen wil tot den opstand zou zijn overgegaan. Dat hij voor-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 77