GIJSBERT KAREL VAN HOGENDORP. 71 buiten de regeering te houden. Zoo zou er in ieder geval een lichaam komen, tenminste gelijkend op de oude Staten- Generaal, dat de Regeering in handen kon nemen, den Prins van Oranje tot souverein uitroepen en met hem verder definitief de staatsinrichting regelen. Ook deze schrale troost was aan Hogendorp niet gegund; de oude regenten durfden niet en de nieuwe vertrouwden hem niet; ook de vergadering van Zaterdag mislukte en daar mede waren zijne Staten-Generaal, zooals hij zegt, in rook verdwenen hetzij gemeend, hetzij slechts voor den vorm, gedwongen, op Zondag den 2isten trad Hogendorp op zonder eenigen schijn van formeele wettigheid. Dat hij tot de daad als ’t ware gesommeerd werd door Van Stirum en de officieren der schutterij, zal zeker ook hem zelven wel weinig hebben bevredigd. Zoo moest ten tweeden male zijn beginsel wijken, eerst voor zijne eerzucht, thans voor den drang der omstandig heden. Of dit Hogendorp’s vertrouwen in de universeele deugdelijkheid van het legitimiteitsbeginsel niet aan het wankelen heeft gebracht? Ik geloof het niet: legitimist is Hogendorp gebleven, eerst en vooral bij het werk, dat thans te doen stondhet verschaffen van een definitieven staatsvorm aan ons land, het tot stand brengen der nieuwe constitutie. Of neen, geen „nieuwe” constitutieDaarvoor was in Hogendorp’s gedachtengang geen plaats. Het zou zijn, alsof men erkende, dat het revolutionaire tijdperk rechten van oudsher had kunnen doen tenietgaan, alsof men het huis, waaruit de indringer was verjaagd, kon schenken aan wien men wildeDe revolutie had geweld dadig de historische lijn verbroken, maar daarom was men nog niet vrij opnieuw te beginnen, zooals men ver koos integendeel, men moest weder aanknoopen, daar, waar het onrecht was aangevangen. Of het negentienjarig tijdperk Hogendorp dan niets had geleerd? Ik geloof

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1900 | | pagina 81