PRINS WILLEM HI IN BETREKKING TOT DEN HAAG. 92 .van gevaar geloopen. 1) Den volgenden morgen vroeg kwam de Prins met zijne garde en eenige ruiterij, waar door de burgers, die nog altijd het strand bezet hidden, werden afgelost, 2) en den 8'1 kwam de Ruyter met ’s lands vloot in het gezicht. 3) Eenige dagen verliepen met beraadslaging omtrent hetgeen nu zou te doen staan, en nadat daarop een besluit was genomen, besteeg de Prins, in den namiddag van den 12’’, een visschersvaartuig dat, de vlag in top voerend, op het Admiraalschip aan hield. En toen had men aan Scheveningen’s strand het zeldzaam voorrecht getuige te zijn van het geestdriftig huldebetoon dat de Nederlandsche zeemacht aan Oranje weet te brengen. Nauwelijks was de pink aan de Ruyter’s boord opgemerkt of een sloep werd uitgezonden, waarop de Prins overging, die, onder oorverdoovend gejuich en het gedonder der eereschoten ontvangen, onverwijld een scheepsraad liet beleggen; na afloop daarvan werd het scheepsvolk, dat zich op het dek en in het want geschaard had, door de Ruyter toegesproken, in tegenwoordigheid van den Prins, die vervolgens alle schepen der vloot achtereen bezocht, overal met dezelfde uitbundigheid begroet, totdat hij tegen den avond weder naar wal keerde. Den volgenden morgen vroeg ging de vloot onder zeil, om den vijand te achterhalen, hetgeen eerst Christiaan Huygens aan zijn broeder Lodewijk, 10 Augustus 1673. Oeuvres, VII., bl. 352. Valkenier, 1.1. bl. 408 „De Borgers en Land-lieden, die in ’t eerst met 20 Vaendels des nachts de Strand bewaakten, wierden door twee Heeren van wegen den Staat en zijn Hoogheid solemnelyck bedanckt, voor hun grooten Yver en besondere Getrouwigheid, die zij tot Wering der Vijanden soo promptelijk hadden aangewend. Waarop hun officieren betuigden, dat dit alles hun schuldige plicht was”. :l) Brandt. Het leven en bedrijf van den Heere Michiel de Ruiter enz., fol. 844 en vgg.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1901 | | pagina 102