PRINS WILLEM III IN BETREKKING TOT DEN HAAG. 94 Het door de Franschen in Grave achtergelaten geschut werd aan den Prins vereerd. Histoire de Guillaume III, D. I., p. 139. Vg. de Négociations du comte d’Avaux, D. V., bl. 33. Weinige dagen na zijn terugkeer werd den Prins, op zijn geboortedag, een feestmaal aangeboden door den Engelschen Gezant. Du Mont, IV., bl. 312. 2) Mémoires du comte de Harrach, II., bl. 116, 120. Prins lauweren plukken in den bloedigen slag van Seneff, het daarop gevolgd beleg van Oudenaarde moest worden opgegeven, waarna het hem evenwel gelukte Grave te nemen, hoewel die vesting buitengewoon versterkt was en hardnekkig werd verdedigd. Het belang dier verovering, waardoor het grondgebied van den Staat, op Maastricht na, geheel van vijanden was gezuiverd, rechtvaardigde dan ook ten volle de schitterende ontvangst, die den .Prins te beurt viel, bij zijne wederkomst in den Haag, in het begin van November. Weinige maanden later heerschte daar diepe ontroering. De Prins was in Januari 1675 van daar vertrokken om in verschillende Provinciën orde op de regeering te gaan stellen en vervolgens zich te Cleve met den Keurvorst van Brandenburg te beraden over het plan voor den aanstaanden veldtocht, toen hij, na zijn terugkeer in den Haag, in eene hevige ziekte vervielweldra vertoonden zich de kinderpokken, de krankheid, die reeds zoovele slachtoffers in zijn Huis had geeischt; gelukkig echter werd zijn leven gespaard, dank, niet het minst aan de verzorging van zijn getrouwen Bentinck. 2) Hoe de stem ming in den Haag was, gedurende den tijd waarin de Prins in levensgevaar verkeerde, blijkt uit de volgende bijzonderheidhetzij om een ernstige reden, hetzij uit een dier luimen, waaraan zieken plegen onderhevig te zijn, verkoos de Prins niets te nuttigen, dan wat ten huize van den Engelschen gezant, Sir William Temple,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1901 | | pagina 104