PRINS WILLEM III IN BETREKKING TOT DEN HAAG.
99
men zich een duidelijke voorstelling maken
het tooneel dat ’s Gravenhage destijds opleverde, en
het leven dat er geleid werd, zoo zeer verschillend
hetgeen men elders in Holland gewoon was. De
van de Witt geweest was, een middelpunt der staatkunde
van Europa. En al bleven, uit den aard der zaak de draden,
die door de aldaar verblijvende diplomaten gesponnen
werden, doorgaans verborgen voor hen, die niet in de
staatsgeheimen waren ingewijd, de uiterlijke glans waar
mede de diplomatieke wereld zich pleegt te omgeven,
straalde onmiskenbaar af op den ganschen Haag, en liet
een machtigen invloed gevoelen op geheel het maat
schappelijk verkeer aldaar. Uit de gedenkschriften dier
dagen kan
van
van
van
toon werd natuurlijk aangegeven door het Stadhouderlijk
hof, dat eigenlijk geen bepaald nationaal karakter had,
maar uit zeer verschillende elementen was samengesteld
Fransche en Duitsche edelen omringden den Prins even
zeer als Hollandsche officieren Engelsche dames vormden
met Hollandsche joffers het huis der Prinses. En dat bont
gezelschap werd dikwerf nog vermeerderd door bezoeken
van vorstelijke personen uit den vreemde; reeds in het
najaar van 1678 verschenen de stiefmoeder en de zuster
der Prinses, de hertogin van York en prinses Anna, die,
met de haar vergezellende ladies gehuisvest werden in
het Oude Hof het tegenwoordig Koninklijk Paleis
in het Noordeinde. x) In het volgend voorjaar kwam de
x) Third Report of the Royal Commission on Historical
Manuscripts bl. 423 en Fourth Report, bl. 406.
Uit een brief van Sir William Temple aan Hyde, van 25
October o. s. 1678, blijkt dat zoowel de ambassadeur als het
gezin van Hyde in het Oude Hof gelogeerd waren, doch plaats
moesten maken voor de Hertogin: „I got into the next house
I could find, which was Monsieur Armainvillier’s, which I find
the only warm house I ever yet met with in Holland, and so
return no more to the wide Old Court”. Weller Singer bl. 28.