PRINS WILLEM III IN BETREKKING TOT DEN HAAG.
IOI
1) Zorgvliet was in 1674 door Bentinck aangekocht, maar het
schijnt wel dat de Prins althans aanvankelijk de eigenlijke
kooper was, indien althans Zorgvliet bedoeld wordt in een
brief van Wicquefort van 15 Februari 1675 (onuitg. Rijksarchief)
„Mr. Ie Prince d’Orange fut Vendredy dernier au jubilé de
l’Université de Leide, mais sur les trois heures après midy il
en partit seul, avec son favory, dans un chariot ordinaire, sans
ancune suitte, pour venir dans une maison qu’il a achettée
depuis quelques mois a la portee du mousquet de cette ville
et le mesme soir il retourna encore a Leide”.
Eveneens kan bezwaarlijk anders dan van Zorgvliet sprake
zijn in het bericht bij Mignet (IV. bl. 364) „des députés de
Bordeaux s’étaient rendus secrètement auprès du prince d’Orange
qui les avait recus secrètement a sa maison de plaisance prés
de la Haye (Lettre de M.*** au maréchal d’Estrades de 10 Aoüt
1675. Corr, de Hollande Vol. XCIV).
Uit een brief van Johan Maurits van Nassau aan Bentinck,
van 26 Maart 1677, blijkt dat de tuinen van Zorgvliet destijds
opnieuw werden aangelegd door den beroemden architect Post.
(Archives 2' S. D. V. bl. 348).
Lawrence Hyde (Lord Rochester) schreef den 8/18 Januari
1677 in zijn „Diary”: „I went to the Lord-Ambassador (Temple)
where the Prince came quickly after. I see the Prince is no
stranger there, for he was entertained with a single dish at a
time, and the business was dull enough; the company was my-
Lady Gifford, Monsieur Odyke, Monsieur Banthams (Bentinck).
After dinner, and the Prince gone, Lord Ambassador and I
waren, zich kwalijk zou hebben geleend. De eentonige
levenswijze der Prinses, die zich liefst aan lectuur wijdde,
of omringd van hare hofdames like a schoolmistress
with her children zich met handarbeid bezig hield,
scheen zelfs aan de Engelschen die den Haag bezochten,
bepaald vernederend voor de dochter der Stuartsen de
Prins van zijn kant leefde als een voornaam particulier,
vaak ter maaltijd aanzittend bij zijn goede vrienden,
vooral dikwerf bij Bentinck op Zorgvliet, waar hij dan
des namiddags in de stille wandelpaden van het uit
gestrekt terrein, vertrouwelijke audientiën kon verleenen,