went to Sheveling, and from thence to a house of Monsieur Bentham’s, in that way, and pretty enough, where the Prince often retires and sees no company, but whom he brings with him. (ed. by S. Weller Singer, p. 624). In het voorjaar van 1678 logeerde de Prins zelfs eenige dagen op Zorgvliet, Journaal van Constantyn Huygens, 30 April 1678. Vg. voorts het werk van Blencowe, the Diary of the Hon. Henry Sidney, passim, en d’Avaux, Negotiations I. bl. 58. De kuiperijen van d’Avaux te Amsterdam zijn genoegzaam bekend; hoe ook ten zijnent in den Haag geïntrigeerd werd, wordt levendig beschreven in een pamflet getiteld „the Designs of France against England and Holland discovered: or the Intrigues of that Crown for the utter Ruin of both those Nations laid open”, dat verondersteld wordt omstreeks 1686 gedrukt te zijn, en voorkomt in deel II van „the Harleian Miscellany”. Als een voornaam handlanger van den ambassadeur wordt daar, op blz. 448, genoemd zijn, in de familie Ripperda gehuwd land genoot, graaf de Caravas, vermeld in de Aanteekeningen van prof. Fruin op Droste’s Geheugchenis, blz. 347. d’Avaux (Negotiations II bl. 210) beweert dat in Februari 1684 zijn leven in den Haag zou hebben gevaar geloopen, maar, blijkens ’t geen hij er zelf aan toevoegt, was die vrees minstens zeer overdreven. onopgemerkt voor het oog der hem bespiedende diplomaten. Onder dezen, men weet het, werd de eerste plaats in genomen door d’Avaux, wiens intriges evenwel in den Haag slecht geluktenal terstond na zijn komst werd hij gewaar dat men in deze stad vrij wel volgde in de richting als door den Stadhouder aangegeven, zoodat hier althans voor zijne listige voorstellen geen gehoor te vinden was. En terwijl alzoo de aanzienlijke Haagsche kringen bestand bleken tegen de bekoringen der Fransche staatkunde, bleef ook de burgerij den Prins getrouw aanhangen. Wel was er toen geen aanleiding meer om daarvan getuigenis te geven door ovatiën bij plechtige intochten, maar toch telkens wanneer de Meiboom geplant werd en, als van ouds, de Haagsche schutterij in de kermisweek 102 PRINS WILLEM III IN BETREKKING TOT DEN HAAG.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1901 | | pagina 112