104 PRINS WILLEM III IN BETREKKING TOT DEN HAAG.
1) Vg. de aanteekening in het Journaal van Huygens, op
22 December 1691.
2) G. Bidloo, Komste van Zijne Majesteit Willem III, Koning
van Groot Britanje in Holland enz. In ’s Graavenhage, Bij
Arnoud Leers, Boekverkooper, MDCXCI.
Histoire de Guillaume III Par Médailles. Inscriptions,
Arcs de Triomphe, et autres Monumens Publics, Recueillis
par N. Chevallier. a Amsterdam, MDCXCII fol 159—212.
Beide werken zijn versierd met prenten van Romein de Hooge.
Voorts bevindt zich in het tweede deel van „the Harleian
Miscellany” een herdruk van „A late voyage to Holland, with
brief Relations of the Transactions at the Hague written
by an English Gentleman, attending the Court of the King of
Great Britain”.
In Februari 1689 volgde hem de Prinses, noode scheidend
van hier, waar zij verklaarde de gelukkigste jaren haars
leven te hebben genoten, en waarheen het haar niet ge
geven zou worden ooit weder te keeren.
Door hun vertrek werd ontegenzeggelijk de glans van
den Haag niet weinig verminderd, al bleef daar ook de
zetel der Staten-Generaal en der vreemde ministers ge
vestigd. Voortaan zou de Hofplaats niet dan bij tusschen-
poozen haar karakter als zoodanig hernemen, wanneer
het haar mocht te beurt vallen den, nu tot koning van
Groot-Brittannie gekroonden Stadhouder, voor korten tijd
terug te zien.
Voor het eerst geschiedde dat in het vroege voorjaar
van 1691; de gelegenheid werd toen aangegrepen hem
eene ontvangst te bereiden, in overeenstemming met de
hooge waardigheid, waartoe hij verheven was. 2) Reeds
sedert eenigen tijd was zijne komst aangekondigd, doch
het vertrek was door allerlei oponthoud verhinderd, laatste
lijk door aanhoudenden tegenwind, en men aarzelde dan ook
in den Haag geloof te slaan aan het bericht zijner aankomst,
toen de eerste tijding daarvan ontvangen werdeerst