EENE WANDELING DOOR’s-GRAVENHAGE.
I24
Zie de aanteekeningen van Prof. Fruin op Droste.
een kapel gebouwd, die na de Hervorming eerst voor
een korenwaag gebruikt en in 1615 met de belendende
huizen verkocht werd door de Regenten van het St.
Nicolaasgesticht aan den Magistraat van ’s Gravenhage,
die er een vleeschhal van maakte, waar wij nu dagelijks
de uitstalling kunnen zien van de beste vleeschsoorten.
Vóór het St. Nicolaasgasthuis, slaan wij nu linksom de
Oude Molstraat in. Aan de westzijde zien wij de huizen
van de Wed. van Mr. Jacob de Bye, de erfgenamen van
den Pensionaris Kinschot enz., terwijl aan de oostzijde ons
twee zonderlinge uithangteekens in het oog vallen. Het
eene, waarop men „Abrahams offerande” aanschouwelijk
ziet voorgesteld, versiert het huis van Hendrick Engouw
of Enjou, goudsmid, terwijl het andere „de Hont in de
Poth”, naar wij hopen niet met voorbedachten rade geplaatst
is op het huis toebehoorende aan Francois Caron, predi
kant, vermoedelijk een gewettigde voorzoon bij eene
Japansche vrouw van den bekenden Francois Caron, ge
wezen opperhoofd der O.-I. Compagnie in Japan, gehuwd
met Constantia Boudaen, dochter van den Raadsheer
Boudaen. x)
De eerste straat waar wij nu aankomen, is de Nobelstraat.
Deze straat bevat, evenals haar buurvrouw de Korte
Nobelstraat, verscheidene aanzienlijke heerenhuizen be
woond door deftige lieden, onder anderen door den Raads
heer Wierts, Francois Haultijn, de Advocaten Maerten
Kemels, Johan Hanedoes, de erfgenamen van den Raads
heer Fagel, Dr. Commenicq, de familie Hanneman en de
erfgenamen van den Procureur d’Overschie, een rijke
familie die nio gld. moet opbrengen in de belasting
van den 2oo5te" penning, Dr. Johan Stalpert v. d. Wiele
en de dames Johanna en Jacoba van Dorp. In deze straat