4 EENE WANDELING DOOR ’s-GRAVENHAGE. I2Ó de Fonseca, Deel I, bladz. 177. Zie 00k in het Haagsch Jaarboekje van 1900 het artikel van den heer Peters. -') Van den Berch, Haagsche bijzonderheden, bladz. 65. van de Markt gaan wij nu nog van der Meulen, den Burgemeester Nicolaas Splinter, de erfgenamen van Dirck Houtthuijn, het huis genaamd „de Gouden Kroon” in 1670 gekocht door Dieuwertje van Abbenbrouck, Wed. van Abraham van der Speek, „coopvrouw”, „leggende” nevens de Hal, en naast dit huis de herberg „het Gouden Hooft” reeds bestaande in 1445. 2) Den hoek omslaande, gaan wij de Hoogstraat in, een van de aanzienlijkste winkelstraten der stad, die volgens van der Does aldus wordt genoemd, omdat zij het hoogst gelegen gedeelte van ’s Gravenhage is. Wij zien hier zeer fraaie, hooge en deftige winkelhuizen, van kooplieden die geen „vensterwaer” uitstallen, iets, wat vroeger algemeen gebruikelijk was, doch thans „vrij wat uit de mode ende fleur” schijnt te geraken. En dit is waarlijk geen wonder. ten noorden van de Groote- of St. Jacobskerk gelegen, ons een oogenblik ophouden om een blik te slaan op deze kerk, die, naar men meent, in 1399 gesticht is door Hertog Albrecht van Beijeren, Graaf van Holland. Zij heeft, zooals wij zien, een schoonen zeskanten toren. Op deze plaats schijnt echter reeds vóóri3ii een houten kerkje gestaan te hebben. Verscheidene malen is dit gebouw door brand vernield geworden en telkens weder uit zijne assche herrezen. Onze tijd is te kort om het van binnen te gaan bezienalleen willen wij er nog even op wijzen dat er zich schoone praalgraven in bevinden en fraaie geschilderde vensters, alsook de wapenschilden van de Ridders van het Gulden Vlies, die hier den 4de" Mei 1456 een kapittel hielden. x) Aan de noordzijde voorbij den Apothecaris

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1901 | | pagina 139