128
EENE WANDELING DOOR ’s-GRAVENHAGE.
Dit buitenverblijf, het eerste dat te Scheveningen gebouwd
werd, stond op de plaats waar zich heden het Hotel Zeerust
verheft.
Cretzer, bladz. 64.
dan veel oostelijker uitkomende dan de tegenwoordige
„steenweg”. Hij bezit te Scheveningen een verblijf genaamd
Soetenburch. x) Verder een wijnkooper, genaamd Maurits
Verstrate, de Wed. van Joris van Adrichem, zilversmid
en de familie Macquelijn.
Den hoek omslaande zien wij een nauwe straat, de
Papestraat genaamd. Daar vindt men de huizen van Jacob
van Leeuwen, Jan Rijckerda, schoenmaker, Jan de Haes,
chirurgijn, de kinderen van den Commis Meerman, den
„Reeckenmeester” Loodesteijn, en het lid van de Staten-
Generaal Vrijbergen, allen aan de zuidzijde, terwijl wij,
langs de noordzijde teruggaande, de huizen voorbij loopen
van de Wed. van Johan Hegh, IJsbrant Smouth, de erf
genamen van den Kapitein Jan David Valette, de Wed.
van Jacob Christal, ledikantmaker enz. en aldus in het
Noordeinde komen.
Deze straat is gedeeltelijk bebouwd met huizen van
„beampten” of hofbedienden, 2) doch ook met winkels en
zeer aanzienlijke heerenhuizenzooals wij zien is er dus
verscheidenheid genoeg.
Het gedeelte tusschen de Papestraat en de Molenstraat
wordt onder anderen bewoond door de Wed. van Symon
de Putter, wijnkooper in „de Vergulde Crab”, Gerrit de
Heer, „suijckerbacker” in ,,’tMoriaenshooft”, den Vroetschap
Adriaen van der Straten in „de Groote Blaesbalck”, en
Johan van Roels in „de Cleijne Blaesbalck”. Deze van
Roels is echter geen man die met krachtige hand den
smidshamer hanteert, zooals wij aan zijn uithangbord
zouden denken, maar een „eersaam coopman” in de fijnste