132
groot gebouw met twee
hek afgesloten.
zich een
Westsingels
EENE WANDELING DOOR ’s-GRAVENHAGE.
Holland, doorhem „getimmert” in 1533. Na verscheidene
keeren van eigenaar te zijn veranderd, werd het in 1595
door de Staten van Holland gekocht van Pieter Persijn.
Het is eenige jaren bewoond geworden door Louise de
Coligny, Wed. van Willem I den grooten Zwijger en in
1609 door de Staten geschonken aan haren zoon Frederik
Hendrik, die het belangrijk vergrootte en verfraaide. In
1675 blies Amalia van Solms, Wed. van dezen Stadhouder,
hier den laatsten adem uit. Zij bewoonde dit Hof sedert
zijn dood in 1647. Het is een
vleugels, aan de straat met een
Achter dit „Ouden Hof” strekt zich een groote,
schoone tuin uit tot aan de Noord- en Westsingels van
’s Gravenhage. Deze tuin is zeer „vermakelijk” 2) en vele
voorname „luijden” vinden het een uitstekend genot daar
’s middags of tegen het vallen van „de avonden” een
luchtje te gaan scheppen onder het lommer van de hooge
boomen. Naast het „Oude Hof” aan de zuidzijde bevindt
zich het huis vroeger bewoond door den pensionaris
Rombout Hoogerbeets.
Verder het Noordeinde vervolgende, komen wij voorbij
de huizen van den Heer Jacob Scotte, sommige Advocaten,
eenige Weduwen en „ongehoude” juffrouwen, den Griffier
van der Meer, Monsieur Marijn, „camerlingh” van „hare
Hoogheid”, de erfgenamen van Seger van der Maes,
„schilder en glaesschrijver”, de Vrouwe van Gijssenberch,
den Conrector Suijrendonck, Adriaen van Straten, „vleijs-
houder”, den Schout en den Majoor van Spangen, den
Griffier Fagel, verder den Kapitein Linderoot, het huis van
Ds. Rentergem, de erfgenamen van den hoefsmid Mathijs
Zie: Het tegenwoordige paleis in het Noordeinde en zijne
eerste bewoners, door Th. Morren, Haagsch Jaarboekje 1899,
bladz. 371.
-) de Cretzer, blz. 64.