i+5
dit ruime plein,
verkoopingen van 1669.
10
Zie het Register van
EENE WANDELING DOOR ’s-GRAVENHAGE.
Verder in het Noordeinde gaan wij nu, voorbij het huis
genaamd „de Gouden Pot”, bewoond door den spiegel-
maker de Waert en „de Witte Paeu” in 1669 gekocht
door Johan Wiswiller, „franse cramer”, van de Wed.
van Francois le Ducq, de Plaats op.
Wij beginnen aan de noordzijde van
dat aan beide zijden bezet is met deftige gebouwen,
zoowel heeren- als winkelhuizen. „De Gulden Pau” aan
de oostzijde van „de Witte Pau” gelegen, was vroeger
een herberg en wordt nu bewoond door de Wed. van
Franqois le Ducq, „franse cramer.”
Een paar huizen verder staan wij voor een merk
waardig gebouw dat door zijn somber aanzien en kelder
achtige vertrekken geen aangenamen of opwekkenden
indruk maakt. Het is de herberg „de Oude Zwaan”,
een der oudste huizen van ’s Gravenhage, vroeger
waarschijnlijk gebruikt als pleisterplaats door de Graven
en hun gevolg, wanneer zij zich naar ’s Gravesande be
gaven. Na de stichting van het Vorstelijk slot op het
Binnenhof, werd dit huis door den Graaf aan een zijner
gunstelingen in leen gegeven, en kwam het onder anderen
in 1541 in handen van de Persijns. In 1568 verkocht
Johan van Persijn dit huis aan Hendrick Michielss., die
er een herberg in hield, genaamd „de Oude Zwaan.”
In 1459 schijnt er ook reeds een herberg in gehouden
te zijn, genaamd „St. Joris” en in 1523 heette het „de
Draak.” Nu juist 30 jaar geleden en dus in 1649, werd
in deze herberg een moord gepleegd op Isaack Doreslaar.
Hij was de zoon van een predikant te Enkhuizen, had
een avontuurlijk leven geleid en woonde te Londen.
Hoewel hij zijn leven te danken had aan Konmg Karel I
die hem genade had geschonken toen hij ter dood was