EENE’ WANDELING DOOR ’s-GRAVENHAGE.
149
J) De Cretzer, bladz. 21.
heerlijken geur der bloeiende linde, elkander de laatste
nieuwtjes te vertellen van stad en land.
In dezen hoogen, breedgetakten lindeboom aan de west
zijde van het Binnenhof staande, die, naar men zegt,
geplant is door een van de Prinsen uit het geliefd stam
huis van Oranje, verzamelen zich, reeds sedert tal van
jaren, dagelijks op hetzelfde uur een vier a vijfhonderd
tal musschen. Deze „straatjongens” onder de vogels
blijven daar dan een uurtje bijeen onder een oorverdoovend
getjilp en „geschal”. Hunne beraadslagingen eindigen
niet altijd in der minnedoch na veel over- en weer-
gefladder, gepik en geschreeuw, vliegen zij weldra weder
allen te gelijk weg om den volgenden dag dezelfde ver-
tooning te beginnen.
Boven de Stadhouderspoort bevinden zich, zoover
de galerijen zich van het noorden tot het zuiden
uitstrekken, de vertrekken van den Stadhouder. Aan de
noordzijde, uitkomende op den vijver, in den hoek, zijn
de Finantie-kamers van Holland. Een weinig verder,
steeds aan de noordzijde, in het midden van de galerij,
gaat men een trap op naar de vergaderzaal der Staten
van Holland en West-Friesland en de zoogenaamde
„vertrek-camer”.
Deze kamer is voorzien van schoone schilderijen en
tapijten, welke „tapitserijen” zoo schoon met „de naaide”
zijn uitgevoerd dat men twijfelen zou of het „naait” of
schilderwerk is.
Onder deze zaal bevindt zich de vergaderzaal van de
Raden van Staten en iets verderop zien wij de Fransche
Kerk, vroeger de Hofkapel van de Graven van Holland,
gesticht ter eere van de Maagd Maria, met een grafkelder
daaronder, waarin verscheidene Graven en Gravinnen