7 Jozef Israëls. EENE WANDELING BIJ ’s GRAVENHAGE. ik de brug bij den Dierentuin oversteek, begroeten mij de eerste regendruppels. Alles om mij heen wordt glibberig en nat, de lucht wordt duister en het bromt in de verte, maar ik zie de deur van mijn woning reeds opengaande meid, die naar het weer kijkt, steekt halverwege haar bovenlijf buiten, en als zij mij ziet aankomen, zet ze de deur geheel open om mij binnen te laten en zegt op meewarigen toon „Mijnheer gaat ook altijd uit zonder parapluie”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1901 | | pagina 16