155
bij de
omslaan komen wij
weder
De Fonseca, deel I, bladz. 207.
zuidzijde
winkel- en
„het Vosje”
Wij gaan
EENE WANDELING DOOR ’s-GRAVENHAGE.
wij dien hoek
Gevangenpoort.
Gaan wij die van deze zijde door, dan bemerken wij
aan onze rechterhand het roode deurtje, waardoor des
nachts de stoffelijke overblijfsels worden verwijderd van
hen, die door het zwaard der menschelijke gerechtigheid
hun leven moesten verliezen.
Op de Plaats teruggekomen zijnde, zien wij dat de
even als de noordzijde bezet is met vele
koopmanshuizen en ook met de herbergen,
en „het Jagertje”.
nu weder de Hoogstraat in en loopen langs
de oostzijde, voorbij eenige fraaie winkels van juweliers,
kantverkoopers enz., naar de Markt terug.
Het bij allen bekende Halstraatje, dat op het Buitenhof
uitkomt, draagt zijn naam naar de Vleeschhal, die zich
vroeger op den hoek van de Hoogstraat bevond, tegen
over „het Gouden Hooft”.
Thans is het een der voornaamste winkelstraten der
stad, waar enkel fijne waren, zooalskant, zijde en
„franse cramerijen” worden uitgestald, benevens allerlei
toilet-artikelen en snuisterijen voor dames en heeren, bij
Adriaen Remschodt, „franse cramer”, Cornelis Vrolickhardt
en anderen, terwijl men zich het keurigste lijnwaad kan
aanschaffen bij Jacob Cambier, linnenwever.
Langs het oostelijk gedeelte van de Markt gaande,
betreden wij het Kort Achterom. Op den hoek van het
Kort Achterom zien wij het huis genaamd „De Toelast”,
in 1664 gekocht door Abraham van Sepperen, en een
weinig verder, aan de zuidzijde van de Markt, hoek
Veenestraat, een huis genaamd „het Rochie”, van Adriaen
van Waspiek. Hier, evenals in het Lang Achterom, worden