EENE WANDELING DOOR ’s-GRAVENHAGE.
159
Zie Haagsch Jaarboekje 1897, bladz. 141
en volgende.
maecker” en „de Verkijker” van Sabyna de Clercq en
Geertruijt Tongerloo, voorbij den Apothecaris” Ricus van
Lent en Joris Alste, „ijsercramer”, het Plein op.
Aan dezen kant zien wij ook het huis genaamd „de
Groene Tente”, bewoond door den „bouckverkooper”
Crispijn Hoeckwater. Deze Hoeckwater is tevens uitgever
van de „Haechse Posttijdingen”, een blad dat Dinsdags
en Zaterdags verschijnt, gedrukt in twee kolommen, in
klein formaat en versierd met het stadswapen, waar men
al de nieuwstijdingen zoowel uit het vaderland als van
vreemde landen lezen kan. Ook bevindt zich hier,
voor wij aan den hoek komen, het huis van den Graaf
van Waldeck en Pyrmont.
Het Plein, oorspronkelijk de zoogenaamde „kooltuijn”
van de Graven van Holland en later van de Stadhouders,
is thans geheel beplant met lindeboomen en geplaveid in
den vorm van een kruis. In het midden van dat kruis
zijn vier steenen zitbanken geplaatst, om „daerop te
connen sitten rusten”.
Des middags om 3 uur verzamelen zich op dit plein
de soldaten die op wacht moeten trekken naar de ver
schillende wachtposten, iets wat altijd een zeer aantrekkelijk
schouwspel oplevert voor oud en jong. Van hier uit kunnen
wij deze groote ruimte gemakkelijk overzien en dan slaan
wij het oog in de eerste plaats op de prachtige, aanzienlijke
woning gesticht door Constantijn Huijgens, Heer van
Zuijlichem, die bijna de geheele westzijde van het Plein
inneemt. x)
Dit huis is gebouwd door Jacob van Kampen, op een
gedeelte van den Stadhouderstuin, in 1633 door de Raden
van Staten verkocht, en een stuk gronds, genaamd „het
Aeckerlant”, onmiddellijk grenzende aan het Binnenhof,