EENE WANDELING DOOR ’s-GRAVENHAGE. l65 Aan dit uithangbord of aan den heer Van Heemstede, die eertijds op de Houtmarkt een erf bezat, zal dit gedeelte van de gracht waarschijnlijk zijn tegenwoordigen naam te danken hebben. aan onze die uitkomt in de een gedeelte van den het klooster genaamd Ste Marien in Galileën, dat aanvankelijk op het Spui gesticht was, waar het zijn kerk en hoofdingang had, die later naar de Poten verplaatst werden. In 1466 was, blijkens het Hofboek, die kerk het „hoeckhuijs” op het Noord-eijnde van het Spui; later stond zij in de Poten. Dit klooster bezat vele landerijen, een brouwerij en ros molen; doch zooals men schreef, moest men deze „wegens de jegenwoordige scarpe tijden” in 1567 verkoopen, nadat reeds in 1563 eenige landerijen van de hand waren gezet. Zooals de naam der straat aanduidt, was dit klooster een Bagijnhof. In 1572 ging het geheel te niet, daar het door den vijand en andere oorzaken zoo „verdestrueert” en „be- durven” was, dat het „nyet meer een convent geweest te hebben, gelijckent”. De huizen en erven werden in 1593 aanvaard door de Staten van Holland en de overgebleven conventualen ontvingen een jaargeld dat in 1595 voor de 7 bagijnen die toen nog in leven waren, werd verhoogd. Na deze kleine uitwijding loopen wij door de Bagijnestraat langs de vele winkels en herbergen en de woningen van Hendrick Montes, den deurwaarder Jan de Rooy, den Commis Viglius, „in het Walvisbeen”, den pachter Rotte- bewoond door den Postmeester de Bije. Ook zien wij daar een uithangbord met „het Wapen van Heemstede”, x) bewoond door Paulus Jacobss. De Kalvermarkt teruggaande, slaan wij rechterhand de Bagijnestraat in, Poten. Deze straat is gebouwd op grond, vroeger toebehoorende aan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1901 | | pagina 180