EENE WANDELING DOOR ’s-GRAVENHAGE.
167
gracht genoemd en
grachtje, waar voor ons
valt, maar voorbijloopen
langs de erfgenamen van
hier woelig met het lossen van de turf, die op wagens
moet worden geladen om naar de verschillende, niet door
schuiten te bereiken straten, te worden gebracht. Dan ziet
men daar de „gezworen” turftonsters, die er voor zorgen,
dat het juiste aantal turven wordt afgeteld en die er voor
bekend zijn, dat zij goed van zich af weten te spreken.
Daar laden de sjouwerlieden de turven en de blokken hout
op de wagens en bij dit alles is er steeds een menigte
groote en kleine toeschouwers.
Aan de noordzijde dezer gracht zijn deftige huizen,
onder anderen van Claes Janss. van der Meer, Juffr.
van Persijn, den „Oudt-Hooftman” van Thol, den audi
teur Ruijs, de Wed. en erfgenamen van Alexander Kervel
en anderen, terwijl dit huis, genaamd „de Lynbaen”,
toebehoort aan Paulus Laurense.
De brug overgaande om langs de overzijde weder naar
het Spui te komen, zien wij nog de huizen van de Wed. en
erfgenamen van den Heer van Heemstede, die van Maerten
Rombouts, Monsieur Trapentier of Drapentier, Arent van
de Wal, vleeschhouwer, Adriaen v. d. Osch, „commenij”-
houder enz.
Weder teruggekomen zijnde aan de oostzijde van het
Spui, gaan wij langs Jan van Eist, Huijbert Feijt, geel-
gieter, Govert Franss Backer, timmerman, den Kapitein
Symon Kievit, Ary Overduyn, schipper op Bergen-op-Zoom,
wonende in den Burch van Voorburch, en Jan Gijsbrechtss
Veerman in ,,’t Ontset van Leijden”.
De tweede gracht die wij aan onze linkerhand zien
en die even als de Turfmarkt 'uitkomt op de Nieuwe
Haven, wordt de Schedeldoeckshaven of de Middelste
is gegraven in 1597. Wij zullen dit
niets bijzonders op te merken
en het Spui verder vervolgen,
Ds. Smoutius, de Wed. Leonard