EENE WANDELING DOOR ’s GRAVENHAGE.
189
uitgangspunt,
Gebouwd in 1681.
van deze Markt en de Prinsegracht staat
alle botervaatjes en andere waren worden
Gaeswijck, den Notaris Borsman, den Agent van der Burch,
den Fiscael Doudijns, de erfgenamen van Dr. Craeyvanger,
de Wed. van Ds. Geesteranus en anderen.
Nu zijn wij weder op de Markt, ons
terug gekomen.
’s Maandags en Vrijdags is de geheele ruimte overdekt
met groote en kleine kraampjes, waar men allerlei waren
kan koopen. Dan is het hier een oorverdoovend ge
schreeuw van de marktventers die hunne waren aanprijzen,
terwijl de reukorganen minder aangenaam worden aangedaan
door de geur van gedroogde visch van de Scheveningers.
Wanneer men dan echter een weinig verder loopt, ziet
men een schoone bloemmarkt en krijgt men eene heerlijke
vergoeding door de verrukkelijke bloemengeur die men
daar geniet en het gezicht op de frissche rozen, leliën en
andere kinderen van Flora. Natuurlijk wordt deze markt
steeds druk bezocht door oude en jonge bloemenliefhebsters
van allerlei stand.
Op den hoek
de Waag, waar
gewogen. Vroeger bevond zij zich in „de Sack”, achter
de groote kerk. Weldra zal hier echter een grooter ge
bouw verrijzen, i)
Op de Markt zien wij ook de huizen van Arent van
Dijck, den Procureur Boon, den „Drogist” Pieter Borst,
den Ontvanger Benschop en eenige winkeliers.
Onze wandeling is thans geëindigd. Natuurlijk is er
veel wat wij slechts terloops hebben kunnen beschouwen
en zijn er tal van merkwaardigheden die wij enkel in het
voorbijgaan konden aanstippen.
Daar deze echter op andere plaatsen, door bekwame
geschiedkundigen en ijverige navorschers, reeds meermalen