DE HAAGSCHE CLUB IN DE HOUTSTRAAT. 211 van Verduijnen, Voorzitter. van de Groote Lindt. Limburg Stirum. persoonlijkheid toe te kennen aan vereenigingen die reeds bij het in werking treden dier wet bestonden. Een beroep op den tekst en de geschiedenis der wet, ten betooge dat het aangehaalde Art. 15 geen andere strekking heeft dan eerbiediging van verkregen rechten, maar niet de vóór 1855 opgerichte vereenigingen, die geene rechtspersoonlijkheid bezaten, het erlangen daarvan onmogelijk te maken, mocht niet baten. Men besloot toen, overeenkomstig het denkbeeld van een der door de Algemeene Vergadering gecommitteerde leden, de Sociëteit voor den vorm op nieuw als Vereeniging te constitueeren, hetgeen geschiedde in de Vergadering van 3 December 1894, waarin tevens het, met mede werking der gecommitteerden, door het Bestuur ontworpen nieuwe Reglement werd vastgesteld en voorts besloten dit, tot het erlangen der rechtspersoonlijkheid, aan de goedkeuring der Koningin-Regentes te onderwerpen. Dit is geschied en in de Staatscourant van 16 Januari 1895 is het door H. M. goedgekeurde Reglement opgenomen. Het Bestuur der Sociëteit was sinds December 1894 samengesteld uit de Heeren Baron L. P. M. H. Michiels Baron O. F. Groeninx van Zoelen, Secretaris. Jhr. H. A. Clifford. Baron A. van Brienen Graaf O. J. H. van Baron Th. de Smeth van Deurne. Mr. L. H. Ruijssenaers. Hierboven zijn de namen vermeld van de eerste leden der in 1748 opgerichte Sociëteit; wij laten hier nu ook de namen volgen van hen die in December 1894, toen het eerste tijdvak werd afgesloten, gewone leden der Sociëteit waren. Jhr. E. A. Berckmans de Weerdt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1901 | | pagina 228