’s-GRAVENHAGE I25O I90O.
218
Beieren
Mauritshuis (toen
de groote hofstad,
lijke gebouwen met moestuinen en wandelbosch, zich van
het omsloten Buitenhof oostwaarts naar het bosch uit
strekkende over eene oppervlakte van ruim 20 Hektaren
en den aanbouw van woningen voor edelen en minderen
op Vijverberg, Plaats, Kneuterdijk (toen Tournooiveld
geheeten), Voorhout gedeeltelijk en
Duifhuis). Wel een klein begin van
die zich thans te bekneld voelt tusschen Loosduinschen
Tol en Laak. Maar snel vorderde de uitbreiding van het
dorp onder de regeering van Albrecht. Juicht hem toe,
zoo ge wilt, dat hij de roode muts der Hoekschen met
de grauwe der Kabeljauwschen verwisseld heeft, prijst
hem dat hij het graafschap, gedurende zijn lang bestuur
bestuur in een betrekkelijke rust hield, zijn krone
glanst zoo zuiver niet als die van den Roomsch-Koning
en zijne zedeloosheid gaf aanleiding tot een lagen moord en
vijandschap tusschen vader en zoon en tot veel ergernis.
Niettemin heeft Albrecht zich zeer verdienstelijk gemaakt
voor „die Haghe”. Niet alleen dat hij de Groote- of
Sint Jacobs-Kerk stichtte, het St. Nicolaas gasthuis) rijk
begiftigde en in zijn hofkapel het kapittel van Maria-ten-
Hove oprichtte, maar ook onder zijn invloed breidde het
dorp zich verder en verder uit. Vergelijk op de kaart van
Kuyper den Haag van 1373 en dat van 1400 en gij
zult verwonderd zijn over den snellen aanwas. De laken
weverij nam een hooge vluchthet handwerk werd meer
en meer beoefend; gilden ontstonden en genoten spoedig
een tijdperk van bloei. Maar bovenal was het dorp de
hofplaats, en in de groote zale, waar Melis Stoke, volgens
de heerlijke voorstelling van Rochussen de rijmkroniek
van Hollands Graven zijn vorst aanbood, verdrongen
zich edelen en edelvrouwen om het lied te hooren der
menestrelen, Austijnken van Dordt en Willem van Hilde-
gaersberch, die de kunstlievende Albrecht van