239
deling
EENIGE HAAGSCHE DOCTOREN, ENZ.
Mr. Lenaert Jorisz. pachter van den import op de bieren
en wijnen, terwijl Mr. Bartholomeus Hamel tevens huis
bewaarder van het Pesthuis was.
Of de chirurgijns zich per visite lieten betalen of hun
rekening regelden naar den aard der operatie of behan-
dit laatste komt mij waarschijnlijk voor heb
ik niet kunnen nagaan.
De volgende aanteekeningen geven evenwel over de
vergoeding, die zij voor eene behandeling ontvingen,
eenig licht. J)
In 1585 ontving Mr. Jacob Thymanss. van den Tresorier
van den Haag „de somme van 18 ponden uytsaecke van
een zekere cure bij hem gedaen aan eenen Adriaen Pietersz.
Scray, dewelcke in de lesten brand (in 1584, toen een
gedeelte der Vlamingstraat en de voornaamste gebouwen
van het St. Elisabethklooster in asch werden gelegd) van
een huys gevallen was”. 2)
Mr. Jan Quartelaer kreeg in 1598 10 pond „uyt saecke
van een wonde bij hem gecureert aen den persoon van
Cornelis Cater, die deselve wonde gecregen hadde opte
wacht van eenige moetwillige soldaten”, 3) daarentegen
bracht „Mr. Jan den Surregin” (waarschijnlijk de boven
genoemde Jan Quartelaer) slechts 8 pond 10 schellingen
in rekening voor het genezen van het been van den
bekenden Jhr. Arend van
Voor het behandelen
de guarde van
genezen
Dorp. ,J)
van 5 gewonde soldaten „van
Zijne Excellentie, gecomen vuyten legere
De barbier van Rijnsburg rekende in 1497 voor 7 latingen
bij de joffers in het klooster 5 schellingen 8 duiten. Schotel
De abdij van Rijnsburg, p. 3F2.
2) Tresoriersrekening. Gemeentearchief.
3) Tresoriersrekening. Rijksarchief p. 199.
4) Huishoudboekje van Jonkvr. Josina van Dorp. Rijksarchief.
Aanwinsten 1888. C. 32.