240
EENIGE HAAGSCHE DOCTOREN, ENZ.
voor Geertruydenberge” ontving De Quaertelaer; die toen
een der meest gezochte chirurgen van den Haag schijnt
geweest te zijn, in 1589 slechts 37 pond.
Het Hof van Holland had reeds in 1537 Mr. Heyndrick
van Spiers aangesteld „omme de gevangens upte Voer-
poerte te scheeren ende te cureren” op een wedde van
12 ponden. 2)
In 1552 werd een nieuw contract met hem gesloten
en zijn salaris gebracht op 20 pond.
Verder werd er uitdrukkelijk in bepaald dat hij onder
zijne behandeling moest nemen al de gevangenen, die op
de Gevangenpoort „gelogeert” waren „van wat siecten,
zeerichheyt ofte gebreecken zyluyden gebrekelick zullen
zijn; ende dat in zulcker naersticheyt ende diligentie als
hij doen zoude eenen anderen, die hem van dage te dage
betaelde, sonder dat denzelfden Mr. Hendrick yet meer
zal mogen eysschen ter cause van eene groote ofte
extraordinaris cure dien hij ande zelfde gevangens gedaen
sal hebben.” 3)
Het volgende jaar werd Mr. Barthout Lievensz in zijn
plaats benoemd.
Toen in 1557 de pest den Haag teisterde was hem
als assistent toegevoegd Mr. Aernt Symonszoon, die hem
het volgende jaar als chirurgijn van het Hof opvolgde.
Bij het uitbreken van de pest was ook door schout en
schepenen van den Haag een pestmeester en stads
chirurgijn aangesteld. 4)
Mr. Willem Jacobsz. Spierincxhouck werd den ïöen No
vember 1557 als zoodanig voor een jaar benoemd, en
wel op de navolgende voorwaarden
Tresoriersrekening. Rijksarchief, p. 154.
2) 2e Memoriaal Jacob de Jonge, p. 131.
3) 3= Memoriaal Jacob de Jonge, p. 2i9vs-
4) Origineel Accoord op het Gemeentearchief.