EENIGE HAAGSCHE DOCTOREN, ENZ.
243
Holland io Dec. 1574.
van de
Mijnen
Resolutie Staten van
was aangenomen de chirurgijn Mr.
Zoo was Mr. Wigger Allertsz. chirurgijn
Staten te Rotterdam, terwijl in 1574 Beijer van
„tot kosten van het gemeene landt” als chirurgijn binnen
Leiden werd benoemd.
Mr. van Mijnen kreeg evenals zijn Rotterdamsche
collega 100 gulden „gagie ende vrije huysvestinge”.
Daartegenover verbond hij zich „alle gequetsten in den
leger soo te water als te lande, omtrent voorsz. stede
en oock daer binnen, te cureren tot sijnen koste.” J)
Toen in 1587 in den Haag Engelsche soldaten waren
ingekwartierd, die uit het Statenleger, dat voor Zutfen
lag, waren gekomen, bleek het dat enkele „geinfecteert
waren metten bloetganck (de zoogenaamde heete ziekte)
ende andere besmettende siecten.”
De Magistraat had het toen „raitsaem bevonden ende
geresolveert tot behouve vandien te erigeeren een sieck-
huys ofte gasthuys, waertoe zij gedestineert hadden
tconvent van de Jacoppinen, staende int Voorhoudt alhier”.
Voordat het Predikheerenklooster dat zooveel lots
wisselingen heeft ondergaan daartoe was ingericht,
waren de lijders bij verschillende particulieren uitbesteed.
Zoo ontving Cornelis Jacobss. Hoeijwagen 47 pond
„ter oirsaecke dat hij den tijt van 9 dagen lanck gelogert
ende in sijn cost genomen heeft 11 crancke Engelsche
soldaten met eene vrouw ende een kindt”.
Tot „binnevader” van het Engelsch gasthuis werd
aangesteld Jan Diericxz., schoenmaker van beroep, terwijl
verschillende burgers, als Arent van Vollenhoven, waard
in de Doelen, Jacob Mathijsz., Pieter van Palesteyn en
de apotheker Pieter Jansz. als „versorgers ofte meesters”
werden gekozen.
Tot „medicijn”