275
HET KATHOLICISME, ENZ.
verloor. Nu de Spaansche legatie was heengegaan, had
zij hier ook geene kapel meer noodig. Nogtans is de
kapel daarmede niet ten onder gegaanzij werd nu, om
haar voortbestaan ten behoeve der Katholieke Hagenaars
te handhaven, door de kerkelijke overheid tot Missiestatie
verheven en de Kapelaan-Major Raynal tot eersten Pastoor
benoemd. Dit belette echter niet, dat de toestand hoogst
zorgelijk bleef, zoo zelfs, dat in 1810 de Spanjeskerk uit
armoede voor den openbaren dienst gesloten en in 1811
op last van de Spaansche Kroon met al de aanhoorigheden
van het Hof van Spanje verkocht is geworden. De nieuwe
eigenaar P. J. van Oosthuijse, Heer van Rijsenburgh, liet
alles in den ouden toestand; Pastoor Raynal en een zijner
kapelaans, Pater van Lathem, bleven er in stilte de H. Mis
lezen, totdat de kerk in 1816 wederom voor het publiek
werd opengesteld. In 1822, bij den dood van Pastoor
Raynal en ook volgens diens wensch en streven, kwam
de statie terug aan de Jezuieten, die ook vroeger, tot
1767, altoos de Spaansche kapel bediend hadden. De
eerste Pastoor dier orde was pater Joannes Cörvers, die
reeds een jaar lang als kapelaan van Pastoor Raynal in
de parochie werkzaam was geweest.
Pastoor Cörvers heeft van het jaar 1822 tot 30 Oct.
1827 met zijne kapelaans gewoond op het hofje van
Nieuwkoop, in het huis, waarop de toren staat.
Van 1827 tot 184.1 woonden de geestelijken der parochie
in een huis aan het Hooge Westeinde, dat Pater van
Lathem bij zijn overlijden aan de kerk vermaakt had,
het tegenwoordige Tehuis voor Vrouwelijke dienstboden.
Intusschen was het voormalige Hof van Spanje op
nieuw verwisseld van eigenaar; de heer ridder L. J. J.
Gilles van Antwerpen had het in 1832 aangekocht. Deze
schonk in 1838 het kerkje met een groot stuk van den
tuin in vollen eigendom aan de parochie, en hiermede