294
HET KATHOLICISME, ENZ.
gelden bijeen moest brengen, om halve weezen en andere
kinderen, voor wier opvoeding dringend gevaar bestond,
in het R. K. Weeshuis te besteden, wijl het Armbestuur
daarvoor geene gelden beschikbaar kon stellen. Dit Fonds
kwam tot stand op i Jan. 1844.
De werkzaamheid dezer Vereeniging breidde zich al
meer en meer uit, het getal der bestede kinderen steeg
tot over de honderd, zoodat in het Weeshuis plaatsge
brek ontstond en de bestuurders begrepen, dat het noodig
was een eigen gesticht voor deze kinderen op te richten.
Door de liefdadigheid van Mevrouw de Weduwe
C. J. Schiefbaan, geb. M. E. L. Hovius, daartoe in staat
gesteld, kocht de Vereeniging in 1877 eene buitenplaats
aan den Loosduinschen Weg, genaamd „Groenesteijn,”
groot ruim drie hectaren; dus een zeer ruim terrein.
De twee huizen, op dit terrein aanwezig, waren spoedig
ter opneming van meisjes en kleine jongens in gereedheid
gebracht en door den bouw eener kapel met elkander
verbonden; de kinderen, welke reeds in het Weeshuis
verzorgd werden, bleven daar, maar andere kinderen
werden er niet meer besteed. Tot patronaatstitel dezer
nieuwe stichting werd O. L. V. Hemelvaart gekozen.
Het liefdewerk, eenigszins afhankelijk van het R. K.
Armbestuur, dat gerechtigd was drie der bestuurders te
benoemen, werd bij bisschoppelijk besluit van 22 Maart
1878, Nr. 228, opgericht als zelfstandige, kerkelijke, doch
niet-parochiale Instelling van Liefdadigheid, bedoeld in
Hoofdstuk III van het „Algemeen Reglement voor de
Besturen der Paroch. en andere Katholieke Instellingen
van Liefdadigheid in het Bisdom van Haarlem”, met het
doel:
„Het verplegen en opvoeden, zooveel mogelijk in een
daartoe te stichten Godshuis, dat den naam zal dragen:
„Gesticht Schiefbaan-Hovius”, van behoeftige kinderen,