DE WORDING EN ONTWIKKELING VAN HET HOF. 22 1248, jaar Heeft nu echter de Roomsch Koning wel ooit iets van beteekenis van zijn hof zien verrijzen; wanneer nam die stichting een aanvang? Zeer waarschijnlijk kwam iets tot stand na zijner Koningskroning, en voor ’s Graven sneuvelen in 1256. Slechts gissingen kunnen ons nader den weg wijzen, doch zekerheid omtrent een bepaald stichtingsjaar, blijft voorshands ontbreken. Koninklijke of Keizerlijke verblijven in de Neder Rijn streken waren oudtijds gevestigd te Aken en te Nijmegen. Dan was er bovendien ook een Keizerlijk paleis in de i2de eeuw in Utrecht, de hoofdstad van het Sticht. Daarvan luidt het in eene oorkonde van 1122, ten be hoeve dier stad: In palacio imperatoris in Traiecto, quod vulgo „Lofen” dicitur; in een gelijktijdige kroniek, op 1131 Combusta est major domus cum toto palatio. Dat verbrande Keizerlijke paleis schijnt niet als zoodanig te zijn herbouwd, maar te zijn samengesmolten met het hoofdpaleis des Bisschops, dat op zijne beurt in 1253 verbrandde, blijkens gelijktijdige kroniek-aanteekening Majus palatium episcopi cum domo estivali et hyemali et partij eenige omtrekkende beweging bij nacht naar het hof kon ondernemen. Steeds zoude deze verplicht geweest zijn te volgen, hetzij de tegenwoordige Binckhorstlaan, of anders den Haagweg aan de andere zijde van den Vliet. Beider eindpunt was het Spui en de daarachter liggende Cokenbrug, welker bewaking door het achterliggende poorthuis werd beheerscht. De oorspronkelijke stichting zal zich geheel uitgestrekt hebben achter dezen toegang, mogelijk met de noodige bijgebouwen en schuren daarnevens op den Nederhof, en overigens van den aanvang af omringd door een min of meer breede gracht met zekere staketsels.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1901 | | pagina 31