OUDE-EEUWSCHE AVONDBEDE.
aan
’t Was oudejaarsavond van de achttiende eeuw.
Helder en veelkleurig fonkelden millioenen sterren
den zwartblauwen hemel en verlichtten de met sneeuw
en de grijze blokken van het
de Theems in het graafschap
bedekte rood-steenen daken
kasteel Hampton Court aan
Middlessex.
Sinds den rampvollen winter van 1795 strekte de
grootsche stichting van kardinaal Wolsey tot verblijfplaats
voor de stadhouderlijke familie van Oranje-Nassaü. Toch
beschikte „de Hollandsche Kolonie” zooals de Gemalin
van Prins Willem V haar gezin en haar gevolg in
Engeland noemde aldaar slechts over een betrekkelijk
beperkte ruimte. De zeer eenvoudig ingerichte vertrekken
van Hare Koninklijke Hoogheid lagen nabij den overgang
van „the Clock Court” naar het jongst aangebouwde
gedeelte van het paleis, met uitzicht, deels op het terras
langs de rivier, deels op het sombere binnenplein.
Eerst toen de „Old-Stad”, die pas met de heeren
Robert Fagel en generaal Bentinck uit Londen was terug
gekeerd, tegen tien uur zijne eigen kamers opzocht, mochten
ook mevrouw von Munnichhausen, opperhofmeesteres