329
ARCHIEFSPROKKELS.
W.
buitenplaatsen onder Rijswijk,
in de iSe eeuw.
Eigenaars van
Het komt dikwijls voor, dat te vergeefs gezocht wordt
naar eigenaars van de schoone buitenverblijven, die eens
een sieraad uitmaakten van de vruchtbare landauwen aan
de Delftsche vaart en in den omtrek van Rijswijk.
Haagsche Koetsiers A°. 1693.
Louis de Melin, onder-Hofmeester van Zijne Maj1, van
Groot-Brittannie, wonende aan den Rijswijkschen Weg, richt
zich in 1693 tot H. Heemraden van Delfland, met verzoek
op zijne kosten eenige palen vóór zijn huis te mogen
stellen, daar hij „dagelycx groote schade en incommoditeyt
was lijdende van de passerende en repasserende koetsen,
die nevens zyn huys naer Rijswijck ende elders rijden,
ende de koetsiers daervan haer vermaeck schenen te nemen
met het beschadigen van de deure ende vensters van sijn
voors. huys
Consent werd gegeven den 16 Maart 1693.
sullen moegen verlaeten ende destitueren. Is meede be-
voerwaert oft zulcx geviele, dat binnen den voorss. tijdt
van vyff jaren Gerijt Jansz. Verus, coster der voors. kercke
dese costerie zelfts in persoene wilde commen bedienen
dat alsdan die voorss. Cornell's Korss. pacht geexpireert
zal wesenmits dat de voorss. kerckmeesters gehouden
zullen wesen de voorss. Cornells Korss. dat neghen
maenden te voeren op te zeggen etc.
Borgen waren Lenaert Ysbrantsz. oom vanden voorn.
Cornells Korssen en Toncfr. Agatha Jacob Stalpaertsdr.
Th. M.