DE WORDING EN ONTWIKKELING VAN HET HOF.
32
r.
v.
w.
X.
z.
s.
t.
u.
1483, bekend
m.
n.
o.
p. Eetzaaltje der 15'
van
’t eynden dat register (aan
1462 met open plaats aan dien vijver,
en met overdekten toegang uit het
1485. 1)
„Capenburch”, bekend na 1460 en
t) De situatie aanduiding van t en u is eenigszins globaal
het is o. a. de vraag of uit den tegenwoordige!! plattegrond
nog wel iets met zekerheid in deze voor den ouden toestand
mag afgeleid worden.
De gebouwen x, y en z maken gezamenlijk in de i6d,= en
i7d= eeuw waarschijnlijk deel uit van de z.g. „kasteleiny”.
(Verg, ook deswege de Riemer, I, pag. 132—134).
en ditzelfde jaar,
van den stedehouder Lannoij
Kamer van Cleve van 1391 met kamer van Staat der
i5de eeuw.
Zwarte kamer van 1406, bewoond door Willem VI.
Twee bijbehoorende aanbouwen van denzelfden tijd.
Cypressenkamer v. c. 1414.
;de eeuw met 2 bijbehoorende kamers,
’t zij van c. 1414, althans van 1435.
’s Tresoren kamer en coken, bekend 1418; van 1471
tot 1506 grefferie.
Coken en bottelrie
(1433-1440).
Coken met plaats v. d. stedehouder Lalaing (1440-1445).
Kamer voor den secretaris, gemaakt 1442.
Stedehouders contoir
den vijver) v.
bekend 1493,
Binnenhof v.
Achtkante toren
voor 1480.
Groote toren, opgetrokken 1456,
onvoltooid zijnde, nedergestort.
Kamers, bekend in het laatst der i5'1e eeuw; tijdelijk
betrokken in 1498 vermoedelijk door Keizer Maximiliaan.
y. Lange kamer, in het einde der i5de eeuw woning van
den concierge van het hof.
Bakhuis op het hof, vermoedelijk van
als zoodanig in 1515. 2)