Groote stove.
38
DE WORDING EN ONTWIKKELING VAN HET HOF.
2.
Zeer nabij de keuken gelegen en nauw daarmede in
verband staande, volgt nu de:
Het begrip „stove” schijnt voor meerdere uitlegging
vatbaar. Eigenlijk wordt daarmede in het algemeen bedoeld
zoowat een verwarmd vertrek om te kunnen herbergen
en onder dak brengen, onder zeker geregeld toezicht. 2)
In 1376/77 wordt het fondement van de stove gedolven,
de muur daarnevens tevens afgebroken, terwijl dat in de
R. 1384/85 f. 34V. an die vischbregghe bi der koken.
R- '383 84 f. 30V. De gracht bij de keuken werd toegepaald
met horden „om ’s Heeren visch in te bewaren”. Later in’tjaar
blijken de palen weder getrokken te worden.
R. I4I3/I4 van den sloot om die vivers ende om die
Poten te scieten ende scoon te maken.
2) Een paar voorbeelden ter kenschetsing:
1410. Want Keye, die weert in den stove, enz. (Utr.
Raadsdag. boek).
1366 dat men van den steenhuse, dat ter voorseyder
capellen toebehoort, ende after ’t choor gelegen is oostwaerts,
maken sel ene warme stove, die des wynters beyde dach ende
nacht altoos binnen warm sel wesen, arme Inden, so wie des
begeert ende die des van armoede te doen heeft, des dages in
te wesen ende hoer gemac in te hebben, ende des nachts in te
slapen (Stichtingsbrief van het St. Aechtengasthuis te Utrecht).
naam anders in het algemeen meer voor de brug, liggende
voor de z.g. Stadhouderspoort.
Ook is er van haar een oogenblik sprake als Vischbrug”
in de i4de eeuw. Destijds werd de visch, van elders aan
gevoerd, klaarblijkelijk bewaard nabij de keuken in de
hofgrachten. Tegen 1394 werden evenwel drie vijvers
voor dit doel gegraven in de Poten, welke o. a. in 1396 97
(t. w. als „nuwe viver”) werden schoongemaakt. Ook
geschiedde zulks tegen 1414.