DE WORDING EN ONTWIKKELING VAN HET HOF.
40
Groote put. 3.
De groote put lag vermoedelijk ongeveer ter hoogte
van de tegenwoordige pomp. Hij komt herhaaldelijk in
de rekeningen voor, doch het is begrijpelijk, dat de ver
schillende mededeelingen dienaangaande van geen bijzonder
belang kunnen zijn. De gegevens, die men aantreft, zijn
dan ook voornamelijk van belang voor de plaatsbepaling
van omliggende gebouwen.
welke in de middeleeuwen (het gebruik heeft zelfs geduurd
tot 1615) jaarlijks door de stad Utrecht naar het grafelijke hof
werd gestuurd.
In de beschrijving van ’s Gravenhage van de Riemer, I, pag.
163—166, wordt de zaak beschouwd als een „homagie” of teeken
van onderdanigheid, wat trouwens ook de algemeene zienswijze
schijnt geweest te zijn in de I7de eeuw. Hoewel de Staten van
Holland sterk verdeeld waren in gevoelen, schijnt toch dit
dubbelzinnige in de zaak aanleiding geweest te zijn voor hen
om in 1615 gracieuselijk te besluiten de stad Utrecht voortaan
voor goed van die verplichting te ontheffen.
Het zenden van den beer nu was vermoedelijk eene graci-
eusiteit der stad Utrecht sinds de I4de eeuw, aangeboden naast
de helft van zekere „pensie”, welke de stad aan de grafelijkheid
verschuldigd was voor zekere voorrechten van tol, door hare
ingezetenen genoten in ’s Graven landen.
Voor 1442 vindt men te Utrecht geene sporen omtrent dezen
hofbeer en de afzending daarvan tegen St. Maarten in den
winter (n Nov.); maar in dat jaar blijkt de zaak nauw samen
te hangen met die „pensie” en volstrekt niet met zekere onder
danigheid. (Tijdschrift v. Geschied., enz. van Utrecht, 1842,
pag. 6 en volg., 1843, pag. 289 en volg.) Niet bekend is evenwel,
wanneer het zenden van den hofbeer een aanvang heeft ge
nomen, terwijl dat de oorsprong der „pensie” is na te sporen
tot in de i4de eeuw.
Thans blijkt mogelijk uit de hier voorafgaande aanteekening,
dat die beer reeds in 1387 werd afgezonden.
Verder deelt de Riemer ons mede, dat de zware ijzeren spil,
waaraan de beer gelegd werd, zich bevond aan de zuidzijde
van het Binnenhof, tegenover een in 1729 bestaand koffiehuis,