Groote en kleine stal. 7 en 8. 49 4 J) R. 1460/62, f. 62V. s) W. DI. 21, pag. 59 en volg. W. DI. 24, pag. 180. R- 1364 66 f. 541-. 1385,'86 f. 37V. DE WORDING EN ONTWIKKELING VAN HET HOF. De barchof zal denkelijk nog al ruimte beslagen hebben behalve voor opslag van koren, waartoe ook gerekend zal moeten worden de haver, benoodigd voor de beide neven- liggende paardenstallen, zal hij mede voor hooimijten en hooischuren ruimte hebben aangeboden. Mogelijk werd met het oog op dezen laatsten tegen 1461 de kap van de wendelsteen van den grooten om gevallen toren, achter op het Binnenhof, „mit dat ander hout int berchoff gedaen”de afkomende groote balken werden in het water gelegd evenwel. Zeer nabij gelegen op den Nederhof waren de De groote stal was de eigenlijke stal voor den Graaf; de rentmeester schijnt meer in het bijzonder gebruik gehad te hebben van den kleinen stal, welke mogelijk af en toe behoord kan hebben tot de z.g. herberghe der Gravin. In 1316 werd een geheel nieuwe ruime, stal gebouwd, waaraan o. a. gingen niet minder dan 21 zolderbalken, welke gedekt werd door 32.000 leien, dekkende gezamenlijk 72 roeden. 2) Niet zeker is het of men hier te doen heeft met den grooten stal, want in 1343 blijkt juist myns heren stal gedekt te worden met riet 3); in 1364 evenals in 1385 blijkt die bewuste stal wel met leien gedekt te zijn of althans te worden. Toen in 1412 Graaf Willem VI het oud Grafelijk slot Kenenburch bij Schipluiden liet afbreken, werden de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1901 | | pagina 59