55 DE WORDING EN ONTWIKKELING VAN HET HOF. t) R. 1410/11. -) R. 1445/46, f. 82V., 1483, f. 991-., 1510, f. 1331-. 3) R. 1406/07. 4) De Riemer, I, pag. 171 en volg. after den stien. Dertig jaren later werd: gestopt up die trappen van den diefsteen; ruim veertig jaren daarna luidt hetItem een slot binnen al verstelt, vermaict, ende enen slotel dairtoe gemaict van de poirt staende voer den diefsteen. In 1510 blijkt de ligging iets nader: ge wrocht int Nederhoff aen den diefsteen, want die aen de watersyde geheel ende ontschoyt was. (De dieven waren er dan ook door een gat uitgekropen). 2) Het hier boven vermelde wed, kan allicht een paardenwed zijn aan de beek, daar (zie nader pag. 53 en 65) in deze buurt vermoedelijk tegen het laatst der i4de eeuw een paardenwed voorkomt. Hier voren is bij de „groote coken” een en ander medegedeeld over de gevangenis, tijdelijk onder de „oude zaal” in de i5de eeuw. Dergelijk gevang diende voor politieke misdadigers. Ook tegen 1407 was er sprake van Meester Aernt, den tymmerman, voir vier wiinvaten, dair hi een glinde of maecte tenden der ouder zalen, dair die gevangen lagen. 3) Reeds in 1353 blijkt de „steenwaerder” een - sinds oudere tijden bestaand ambt aan het hof, waarmede toen de portier van den Hove werd begiftigd, welke de „inderste” poorte bewaarde echter (en niet de Voorpoort dus?). Ook in 1424 wordt uitdrukkelijk gesproken van den poortier van den Hove, welke toezicht had op de „vangenisse aldair”. Uit eene ordonnantie nu van 11 Januari 1436 blijkt, dat op de „Voorpoort” meer dan een portier gezag voerde, en dat reeds dadelijk onredelijk loon door hen was afgevergd van de gevangenen voor hunne verzorging, enz. 4)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1901 | | pagina 65