66
DE WORDING EN ONTWIKKELING VAN HET HOF.
1) R. 1387/88 f. 3or.
2) R. 1366/67 f. 36r., 1376/77 f. 381-., 1434/35, 1385/86 f- 35r-
an dat nuwe valchuus, terwijl dat het oude ter neder gelegd
werd (f. 35V,)
3) R- I39I/92-
toen opgeruimd; „an dat oude hondehuys neder te legghen”
verneemt men dat jaar. In de plaats van het slote-
makershuis van 1453 zal destijds een nieuw hondenhuis
gekomen zijn, mogelijk dicht daar bij, of anders werd
het toenmaals op nieuw naar zijne oude plaats aan den
vijver overgebracht, waar in 1492 nog blijkt van een
oud hondenhuis.
Het valkhuis aan den vijver komt voor tegen 1367:
Item der rentmeester utgheven omme die mure van den
hove alomme te verschoien ende te versolen die wile,
dat die viver droech was o. a. te voorzien in de gebreken
van den noordoosthoek tot den hoek toe „after dat valchuys”.
Niet onwaarschijnlijk werd het tegen 1388 eenigszins
verplaatst in verband met het opruimen van het honden
huis, vrij zeker ook vernieuwd. Evenwel tegen 1377
verneemt men reedsItem van den groten stenen te
hemelen aent valchuus. De ligging aan den vijver blijkt
nog tegen 1435, toen geschoeid werd de vijvermuur
beneden buiten aan het valkhuis aan het water „dat so
uutgespoelt was van den water dattet heele huys in
vrezen stont te storten. 2)
Tegen 1392 werd het noodige „betaelt bi Willem Cuser
van der willighen te houden, die bi den valchuse stonden,
omdat miin heer van joncfr. Aliden huse in ’t hof zien
woude” tevens blijkt van een loden becken, dat ghemaict
woirt in’t valchuys miins heren voghelen in te baden. J)
Zoowel valkhuis als hondenhuis en meerdere inrichtingen
op den Nederhof, schijnen in luister te verliezen onder