78
PRINS WILLEM
III IN BETREKKING TOT DEN HAAG.
Constantyn Huygens aan zijn broeder Christiaan, 18 Novem
ber 1660. Oeuvres de Christiaan Huygens, III bl. 178.
toe, zijne opvoeding begon als een aangelegenheid van
publiek belang beschouwd te worden. In het najaar besloten
de Staten van Holland zich die zaak aan te trekken;
Gedeputeerden tot de Educatie van Z. H. werden uit hun
midden benoemd. De Prinses Royale was inmiddels naar
Engeland afgereisd, om zich eene wijle aan haars broeders
hof op te houden. Zij was derhalve niet tegenwoordig
toen de tiende verjaardag van haar zoon gevierd werd,
ter gelegenheid waarvan dezen door den magistraat van
’s Gravenhage een luisterrijk feestmaal in den Ouden
Doelen aangeboden werd, x) En toen veranderde wederom
de kans. Weinige dagen daarna werd de Prinses door
de kinderpokken aangetast, waaraan zij weldra bezweek,
even schielijk als Prins Willem II, tien jaren te voren.
Na dat overlijden vervlogen al ras alle vooruitzichten
die men voor ’s Prinsen toekomst gebouwd had op de
tusschenkomst van Koning Karei in zijn belang. De
krachtige bemoeiingen van dien kant, waarmede de Oranje
partij zich gevleid had, bleven achterwege, nu de Prinses
Royale niet meer daar was om ze te bewerken de voogdij
over den Prins kwam nu feitelijk geheel in handen van
zijne Grootmoeder, wier verhouding tot den Koning uiter
mate koel was, vooral nadat het plan tot een huwelijk
tusschen hem en de Prinses Maria van Oranje was op
gegeven. Maar ook met de Staten van Holland stond de
Douairière doorgaans op gespannen voet, zoodat de vooruit
zichten, welke van dien kant geopend waren, ook al spoedig
in rook verdwenen. Doch wat bij dit alles den Prins niet
ontviel, was de liefde der natie, die niet vergeten kon,
wat zij zijn Huis te danken had. Der Regeering ten spijt
werd menig treffend bewijs daarvan gegeven, zoo vaak