8o
PRINS WILLEM III IN BETREKKING TOT DEN HAAG.
Aitzema, die het incident verzwijgt, meldt evenwel„Alsoo
het de Heer Fransche Ambassadeur alhier in regardt van den
Prins wat hoogh porteerde, soo wiert bij een ervaeren Staets-
persoon ghestelt watvolght: „Les Ambassadeurs d’une conduite
exacte distinguent les Personnes et les temps, quand ils viennent
a agir” enz.
de baan ruim bleef voor d’Estrades. Deze ontging alzoo,
zeer ten ongenoege van het Haagsche publiek, de ver
nedering, die zijn laatdunkendheid ontwijfelbaar had ver
diend, maar eigenlijk had hij toch niet veel voldoening
van hetgeen hij als een triomf over den Prins van Oranje
wilde doen doorgaan, daar al ras in een officieus geschrift
het onverdedigbare van zijne aanmatiging krachtig en
duidelijk werd aangetoond. r)
Had, bij dit voorval, de bevolking van den Haag zich,
ongeroepen, bereid getoond hare liefde voor den Prins
des vereischt, met geweld te bewijzen, van vreedzamer
aard was het blijk van goede verstandhouding tusschen
hen, dat in het volgende jaar gegeven werd. Het is be
kend dat in vroeger tijd tusschen de verschillende be
woners derzelfde stadswijk vereenigingen plachten te
bestaan, onder den naam van buurten of buurtschappen,
oorspronkelijk, naar het schijnt, met het doel elkander
in voorkomende gevallen wederkeerig hulp en bijstand
te verleenen, later meer bepaald tot het kweeken en
aanhouden van goede verstandhouding, tusschen degenen
die in dezelfde wijk gevestigd waren. Het stadsgedeelte
nu, waartoe het Binnenhof behoorde, droeg den weidschen
naam van Hofbuurt, en bij gelegenheid dat deze buurt
in November 1665 feest vierde, nam niet alleen de Prins
ruim deel daaraan, maar liet zich ook de waardigheid,
zoo het er eene heeten mag, van „deken der buurt”
welgevallen, waartoe hij met algemeene stemmen gekozen