86
PRINS WILLEM III IN BETREKKING TOT DEN HAAG.
2) Valkenier, ’t Verwerde Europa, bl. 452. Wicquefort, Histoire
des Provinces Unies, D. IV. bl. 483. Du Mont, Mémoires politiques
pour l’Histoire de Ia Paix de Ryswick, II., bl. 152.
5) Valkenier, bl. 453.
s) Het gebruik bracht mede zich dagelijks op een bepaald
uur vóór den middag in het Voorhout te vertoonen. Lange
rijen van koetsen reden dan achter elkander eenige malen heen
en weder, terwijl de wandelpaden dan steeds vol voetgangers
waren. Dit gebruik dat destijds in het buitenland veel voor
kwam en in sommige steden van Italië nog niet geheel is
verdwenen werd door het meer ernstig denkend deel der
bevolking zeer afgekeurd. Huygens maakte het belachelijk in
zonder tegenstand te ontmoeten kwam het Fransche leger
nader. Weldra stond het in het hart des lands, tot op
de grenzen van Holland.
Men kan zich de verslagenheid voorstellen, die dat
schielijk voortdringen van den vijand in den Haag teweeg
bracht, vooral toen vernomen werd dat in de Vergadering
der Staten reeds openlijk sprake was van de wenschelijk-
heid om ’s lands gelden en de ammunitie, die nog te
Delft beschikbaar was, in veiligheid te brengen naar
Amsterdam, waarheen men ook oordeelde dat de zetel
der regeering moest worden overgebracht. Inderdaad
werd dan ook het gereed geld, dat onder den Tresorier
Generaal der Unie berustend was, derwaarts vervoerd. 2)
Velen maakten zich gereed dat voorbeeld te volgen. De
oude Prinses liet vergunning verzoeken om bij den
Franschen koning „sauvegarde” aan te vragen voor haar
huis en goederen, in geval dat de stad mocht worden
geplunderd, ’t geen haar wijselijk werd geweigerd, ten
einde de algemeene onrust niet nog meer te doen toe
nemen. Ook wil men dat de aanzienlijken toen van hooger
hand zouden zijn aangespoord hun gewone leefwijze niet
natelaten en vooral den dagelijkschen rondrit door het
Voorhout 3) „le tour a la mode” zooals het heette