89 HET BINNENHOF VAN 1247—1747. zien; tafels, werden wees hij echter zijne dochter Margaretha aan, die deze taak met beleid en kracht vervulde tot op haar overlijden in 1530. Meer dan ooit geraakte nu langzamerhand het Hof in die Haghe als zetel van den landsvorst op den achtergrond; deze zelf verscheen slechts zelden en dan voor kort aldaar; de landvoogdes hield haar hoofdverblijf te Brussel. De voornaamste administratieve inrichtingen bleven echter binnen den hove; daarnevens trekt de meeste aandacht het verblijf van den stedehouder over Holland. Ten opzichte van de rechterlijke bevoegdheden van het Hof van Holland valt aan te teekenen, dat in 1510 door Maximiliaan dit Hof werd hervormd, waarin tot dus verre nevens den stadhouder een paar edelen hadden blijven zitting houden; die adel werd bij de nieuwe in structie geheel buitengesloten; het Hof bestond nu voor taan uit den president met 6 gewone en 6 buitengewone raadsleden. Deze nieuwe regeling schijnt gepaard te zijn gegaan met de overbrenging van het Hof naar de oude zaal A, welke in 1511 geheel in- en uitwendig werd her steld of vernieuwd. Een bestaande tusschenwand werd daarbij uitgebroken, terwijl dat ook de oude kamers boven den zolder der zaal werden uitgeruimd en de geheele zaal, zoo boven als onder, binnen werd gewit en gepleis terd; ten deele werd zij van nieuwe zolderbalken voor een geheel nieuwe inrichting van zetels, banken, enz. kwam mede tot stand. Behalve de ramen in- en uitgangen veranderd, waaronder ook de meest belangrijke, waar men langs een trap, door een reeds lang bestaand, doch nu geheel nieuw opge maakt, portaal L afdaalde naar de Groote zaal, welke zelve, wat bevloering en zaalwanden betreft, nieuw werd gepaveid en gepleisterd. De weinig soliede zijmuren en de steeds aan verzakking onderhevige gewelven van den

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 100