92
HET BINNENHOF VAN 1247—1747.
dezen zelfden tijd naar den Achterhof, waar in 1515 en
1516 althans een „nieuwe greffe” wordt aangetroffen.81)
Hier schijnt bedoeld de oude gravinne huizinge H naast
den gang E, terwijl dat het toen vermelde bakhuis dan
lag ongeveer ter plaatse z. Erkend moet hier worden, dat
zoowel de mede genoemde juffrouw Jutte als de griffie
binnen de eerstvolgende jaren opnieuw verhuisd waren.
In het laatst der i5'le en het begin der i6de eeuw bleven
verschillende instellingen, maar vooral ook personen,
slechts zelden langdurig op één en dezelfde plaats, zoo-
dat zekerheid dikwijls moeilijk te verkrijgen is in betwist
bare punten. Men zoude hier ook nog denken mogen
aan de Luiksche kamer C, als griffie van waar
dan op den zuidoosthoek de muur naar het bakhuis ge-
loopen kan hebben in zuiver oostwaartsche strekking;
tegen 1645 toch werd daar zeer zeker een dergelijke
muur opgeruimd, doch blijkt omtrent juffrouw Juttes
oude woonplaats in H iets naders in 1530, dat de eerste
opvatting schijnt te bevestigen. (Zie aanteekening 90
hierna.)
Voor de meerderjarigheid van Karel V, of diens op
treden in 1515 als Graaf, valt omtrent het kwartier van
den stedehouder Jan, Graaf van Egmond (1484—1515)
mede te deelen, dat het zich uitstrekte tusschen de middel-
poort en de kapel, deels liggende op den beganen grond,
doch voornamelijk op de verdieping. Gehuwd in of kort
na 1487, verwekte de Graaf bij zijne echtgenoote 15
kinderen, zoodat hij vermoedelijk gedurende zijn stad-
houdersschap wel eenige ruimte kon velen.
Zoo worden vermeld in: 1485 (1 i2v.) een looden goot
tusschen de keuken (r) en „de cancelrie (h) teynden de
raadkamer” (de bovenbesproken oude greffe?) en een
nieuwe kamer, door hem gemaakt boven de registerkamer
(Y); 1487 (96V.) zijn eetzaal boven de raadkamer; 1493
(84r. en volg.) de geheel vernieuwde oude registerkamer