HET BINNENHOF VAN I247 I747.
99
namelijk. Kamer C werd mogelijk mede toen van nieuwe
kruis- en deurkozijnen voorzien; hier trof men reeds in
1523 de „secrete raidtcamer” aan, genoemd mogelijk het
jaar te voren „rapportcamer” (naam, welke overigens
nimmer meer voorkomt); de drie vertrekken B, C en D
blijven echter afzonderlijk bestaan, heetende door elkander,
naar schijnt, „secrete” kamer. Daarnevens werd de oude
gang E geheel nieuw opgewerkt, verbreed en verwulfd,
daaraan ongeveer in het midden een oud torentje nieuw
opgemetseld om een steenen wenteltrap, waarlangs men
uit het nieuwe vertrekkamertje nederdaalde naar de onder
liggende griffie H, zijnde dit nieuwe bovenkamertje dus
in 1525 bestemd geworden voor de behandeling der
requesten door den griffier. De nevenliggende oude grafe
lijke woning werd nu aangewezen voor behandeling van
meer geheime zaken, en het ligt voor de hand hier te
denken aan zaken, in 1525 der „gevangens, die besmet
waeren mit de secte lutheriane ten tyden dat ’t hof hier
lest gemaict was”, liggende op de Voorpoort. (781’.) Reeds
in 1529 bleek de ligging der meer „openbare” griffie
hier eenigszins schadelijk voor die geheime zaken. s’°)
De eigenlijke oude zaal wordt nu voortaan „pleitcamer
of pledoye” genoemd, en kan dus, meer dan vroeger,
alleen voor de „openbare” berechting van zaken gediend
hebben. Tegen 1552 spreekt men ook van de „rolle”;
in 1569 is het zuidelijke voorgedeelte daarvan bekend
als de „audiëntie van de raidtcamer”; in dien zelfden tijd
treft men mede de „furneerkamer” aan, terwijl dat tevens
de „griffie” destijds, d. i. tusschen 1550 en 1556, ver
plaatst was, en wel tegen den zuidelijken gevel van de
kamer van Ludic thans werd aangetroffen. 91) Inmiddels
was door den Keizer op 25 Aug. 1531 een nieuwe in
structie vastgesteld voor het Hof, bestaande dit voortaan
uit een president, veertien raden, een procureur-generaal