io6 HET BINNENHOF VAN 1247— 1747. nog van echter, nu lag nog steeds een grootendeels vrije open ruimte 7 als tuin of plaats, waar langs zich waarschijnlijk huisjes, schuren of loodsen uit strekten, in het algemeen van minderen rang. Uit de reke ningen laat zich hun aanwezen niet goed afleiden. Ook is het mogelijk, dat dit plein gedurende de i6de eeuw was ingericht tot „kruidtuin”. Een put, welke zich op het bleekveld bevond, lag dan waarschijnlijk niet verre van de oude kamer der munt Q, achter de griffie H. Na 1562 ongeveer, toen deze verplaatst was naar een nieuw gebouw tegen den zuidelijken gevel van de kamer van Ludic C, schijnt het gebouwtje H ter bewoning aan particulieren te zijn verkocht, uit welke handen het in den jare 1662 weder kwam in het bezit van den Hove van Holland bij zekere transactie. 101) Gedurende de laatste tien of vijftien jaren van het hier beschouwde tijdvak, ondervond het Binnenhof de gevolgen van het verzet dezer landen tegen den Koning van Spanje. In dezen tijd van „troubles” kan het binnen den Hove moeilijk opgewekt hebben toegegaan. Noch het stadhouder onmiddellijk oostelijk daarvan, en van die kaatsbaan gescheiden door een muur, ongeveer ter plaatse van R die tuin werd in 1548 evenwel tot bleekveld omgewerkt. In dienzelfden tijd werd vermoedelijk de reeds bestaande achtkante hoektoren in zijne tegenwoordige gedaante om gebouwd, berustende deze meening hoofdzakelijk op de destijds medegedeelde breedtemaat, welke thans nog vol komen stemt met de buitenwerksche maat van het bestaande gebouw. Oostelijk van de scheiding der beide plaatsen of tuinen bevond zich anders in de i7de eeuw een ander zeshoekig werk, mogelijk meer uitsluitend hout, dat een na te melden put kan zijn geweest De hoektoren maakt meer bepaald deel uit van de kasteleinij klaarblijkelijk. 10°) Zuidwaarts tegenover deze

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 117