120
HET BINNENHOF VAN I247—1747.
de Statenzaal
eeuw, waar het
aangelegd op de fundamenten van een scheidingsmuur,
loopende uit het gebouw C in oostelijke richting naar
eenige gebouwtjes van minderen rang. Die Hooge
raad, nu geheel gelijkvloers ingericht, was behoorlijk
ruim en bestond uit een vestibule toegang gevende links
tot den rol, de raadkamer en een achtertrap, rechts tot
den griffier en de griffie. Oostelijk van de raadkamer in
den hoek vond men de comparitiekamer en de bibliotheek.
Thans nog, hoewel eenigszins verbouwd en veranderd
de gevel is o. a. gepleisterd vindt men de ge-
heele oude indeeling terug in de gebouwen ij. Tusschen
de laatste twee kamers en de nieuwe „Maurits-of Grena-
dierspoort” bestonden verder nog drie gebouwtjes, t. w.
het houthuis, het wapenhuis en het corps de guarde als
oostelijke afsluiting van het Hof. Zij zijn tegen het
midden der vorige eeuw opgeruimd. (Verg. Ising, Binnen
hof, Hof v. Holl. en Hooge Raad).
De geheele geschiedenis omtrent den nieuwen weg
langs de kasteleinij moet hier wegens gebrek aan ruimte
(zie overigens: Ising) verder worden voorbij gegaan.111)
Een muur tusschen de beide poorten, zuidelijk van dien
weg, scheidde dien van het plein van den Hoogen Raad.
Aan de zijde der kasteleinij werden daartegen gebouwd
veertien winkeltjes of comptoirkens, later door samen
trekking en opruiming in aantal verminderd. Zoowel
hieruit als uit tal van andere vergunningen tot het
hebben van winkeltjes en stalletjes, zoo in de Groote
zaal als elders binnen den hove, blijkt de koopmansgeest
van ’s lands bestuurders der i7de eeuw, voornamelijk
van die van Holland. Naast die practische niet immer
verheven geest blijkt een ietwat blufferig zoeken naar
verheerlijking van eigen grootheid, dat zijne grootste
uiting vond wellicht in de versiering van
van Holland in het midden der i7de