128 HET BINNENHOF VAN I247—I747. Zijne Exc. in 1598 Een en ander was niet alleen zoo in 1650, maar moet reeds sinds het begin der i7de eeuw in hoofdzaak bestaan hebben. Graaf Maurits beschikte voor zijn particulier ge bruik nagenoeg over de geheele bovenverdieping van de middelpoort tot de kapel. In 1586 (i5or.) behoorde ook de reeds in een vorig tijdperk vermelde haversolder int logement van Graeff Maurits” daartoe. (Verg, aanteekening 84). Met de Staten had hij een gezamen- lijken ingang tot beider kwartieren, naar schijnt, en wel nabij X, door een (uit de I5de eeuw vermoedelijk datee- rend) voorgebouwtje of portaal. 124) Hier blijkt nu ten verzoeke van te worden gemaakt de „structure ofte vierkante platte forme”, het „nye werck”, ofde „voorszeyde nyenwe toorn” (i44r. 145V.). Pas eers't in 1601 (3i3v.)werd het „loot geleyt opten nyenwen thoorn van Zijn Exc.” 5 jaren later (325?* en 32gr.) werd hout aangebracht „opt platte” en ook 120 voet blauwe steen. Reeds in 1600 was die sprekende toren aan het Buitenhof eenigs- zins ingericht. 125) Hij komt het eerst voor op eene fraaie teekening (bij Ising) van 1598. Op 20 Febr. 1618 was Prins Philips Willem van Oranje overleden. Bij uitersten wil was Maurits als zijn eenige erfgenaam aangewezen. Te zijnen behoeve thans „Syne furstelicke duerlichticheyt d’Heere Prince van Oraingen”, deden de Staten nu tusschen 1620 en 1622 uit den grond optrekken, op bestaande fundamenten, het nieuwe stadhouderlijke kwartier aan het Buitenhof, naast en ten zuiden van den nieuwen toren, aan iedere zijde van de middelpoort omvattende vier ramen, gezamenlijk 9 ramen breed. Van die middelpoort ongeveer af tot den hoek bij X werd nu mede een nieuwe galerij ge maakt, in overeenstemming met die, sinds 1534 bestaande langs de raadkamer tot de kapel. 12G)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 139